Reglementen en wedstrijdverloop
Als richtlijn geldt de (Engels) versie van de FAI Sporting Code voor F5B, 'Algemene regels voor de ABR CIAM activiteiten, wedstrijden en records' en 'Electric Powered RC F5 Wedstrijden'.
Je kunt het complete Nederlandse reglement downloaden op onderstaande url:
https://www.knvvl.nl/uploads/files/wedstrijdregelementen/SECTIE-5.5-elektro-2019.pdf
Onderstaande is een korte samenvatting van de vlucht taken en model specificaties, zoals die in de wedstrijden gelden.
Vliegtaken:
Een vliegronde bij F5B bestaat uit 2 taken:
- Rakken vliegen
- Zweef-duurvlucht met doellanding
Beide taken worden per heat (vlucht) zonder onderbreking van de vlucht gevlogen.
De piloot mag 2 helpers gebruiken die kunnen helpen bij de taken.
Bij Wereld- en Europese kampioenschappen is ook nog een teammanager bij de startlijn toegestaan.
Er worden per wedstrijd minimaal 2 en maximaal 8 heats (vluchten) gevlogen.
Vanaf 4 heats mag de slechtste vlucht geschrapt worden.
Bron: CIAM - FAI
Rakken vliegen:
Voor de rakkenvlucht staat een tijd van 200 seconden.
Gedurende deze tijd moet een afstand van 150 meter zo vaak mogelijk zonder motor worden doorgevlogen.
Voor ieder gevlogen rak krijgt de piloot 10 punten.
De keerpunten worden gemarkeerd als de A- en de B- lijn.
Om er voor te zorgen dat ieder de 150 meter tussen de rakken aflegt bevinden zich op de A- en de B- lijn officiele helpers.
Zodra het vliegtuig de A of B lijn passeert zorgen zij ervoor dat er een acoustisch signaal gaat, de piloot weet dan dat hij de lijn gepasseerd is.
Buiten de rakken mag de motor maximaal 10 maal aangeschakeld worden.
Om dit te controleren wordt er een 2e ontvanger met hetzelfde kanaal aangesloten op de wedstrijdcomputer die de motorloop en de doorgang van de A en B lijnen registreert.
Wanneer een piloot een keerpunt mist moet de piloot het vliegtuig omkeren en opnieuw invliegen.
Wanneer hij dit niet doet telt het voorgaande rak ook niet.
Tijdens het rakkenvliegen mag de veiligheidslijn niet overvlogen worden.
Overvliegen van de veiligheidslijn resulteert in 0 punten voor de hele vlucht.
Deze veligheidsregel beschermd de piloot, helpers en officials.
In het gebied voor de rakkenvlucht bevindt zich maximaal 1 vliegtuig tegelijk in de lucht.
Duurzweefvlucht:
Onmiddellijk na de 200 seconden van de vlucht begint de duurzweefvlucht.
De zweeftaak duurt exact 600 seconden.
Voor elke seconde krijgt de piloot een punt.
De motor mag zo vaak als nodig is worden ingeschakeld.
Echter voor iedere seconde motorloop worden 3 punten afgetrokken.
De landing moet precies na 600 seconden gebeuren, voor elke seconde korter of langer dan 600 seconden wordt een punt afgetrokken.
Doellanding
Voor de doellanding liggen er 3 cirkels, zoals een doelwit. zijn er 3 kringen, zoals een doelwit.
De kleinste cirkel heeft een diameter van 10 meter en geeft een score van 30 punten.
De middelste cirkel is 20 meter in diameter en is 20 punten waard, de grootste 30 meter diameter en geeft 10 punten.
In het geval van een landing buiten de cirkels krijgt men geen punten voor de landing.
Wie meer dan 630 seconden vliegt krijgt geen punten, ongeacht waar hij landt.
Model
In principe zijn alle vleugelmodellen met electro-aandrijving toegestaan, daarbij gelden de volgende eisen aan model en accu:
- Minimaal gewicht van het model zonder aandrijfaccu: 1000 gram
- Minimale oppervlakte (vleugel + horizontale staart): 26.66 dm2
- Minimale massa van de aandrijfaccu: 450 gram
- Accu: Lithium-polymeer (LiPo), Max. 10s in serie, geen parallelle accu toegestaan
- Maximum energieverbuik per vlucht: 1750 W / min
- Maximaal 1 aandrijfaccu voor 2 heats en 1 voor reflights, tussen de heats mag geladen worden
Toelichting op de energie-limiet
De energie-limiet houdt in dat de motor na 1750 W / min verbruik door de begrenzer uitgeschakeld wordt.
De Limiter is een 'logger' die in het model meevliegt.
Simpel gezegd kan het model, bijvoorbeeld 60 seconden motorloop, met een gemiddelde van 1,75 kW ingangsvermogen vliegen of 30 seconden motorloop met 3,5 kW.
Voorbeelden van goedgekeurde limiters zijn de Unilog van Stefan Merz of de Neu-limiter van Steve Neu.
In Nederland hoeven beginnende piloten geen logger te gebruiken, tot ze een keertje 33 rakken gevlogen hebben. Daarna wordt de limiter verplicht.
De invoering van de begrenzer had meerdere redenen:
* Zonder beperking zou de volledige energie uit de accu verbruikt worden.
Wanneer LiPo accu's helemaal leeg getrokken worden verminderd de levensduur drastisch, net als de inhoud van de portemonnee van de piloten.
Ook kan het brandgevaar veroorzaken.
* Zonder limiter zou de het vermogen van de motoren blijven stijgen, mede door de verbetering van de accu's.
Dit heeft bij NiMH ertoe geleid dat tenminste elke 2 jaar een nieuwe motor + controller moest worden aangeschaft.
(vermindering van de kosten omdat materiaal constant blijft)
* Zonder beperking moesten de cellen geselecteerd worden om de laatste paar procenten uit de accu's te krijgen.
* Hoe meer rakken een piloot vliegt, hoe minder energie hij zal verbruiken per heat, dus de piloot bepaalt de uitslag en niet het materiaal.